Sjoerdje was de derde van de zeven kinderen van het schippersechtpaar Bauke Veenstra en Lipkje Nijdam. Zij werd geboren op 22 mei 1876 in Gaastmeer en zij trouwde op 16 februari 1901 in Sneek met de schippersknecht Klaas Wiersma uit Oosthem waar Klaas opgroeide bij zijn stiefvader Haitze Wiersma en zijn moeder Jiskje Ringnalda. Klaas was drie jaar oud toen zijn vader Hijlke Wiersma overleed, zijn moeder hertrouwde een paar jaar later met Haitze Wiersma, een achterneef van zijn vader.
Kort na hun huwelijk gingen Klaas en Sjoerdje in Apeldoorn wonen waar ook Klaas zijn broer Pieter woonde. In deze plaats werd op 13 november 1901 hun dochter Lipkje Wiersma geboren. Lipkje werd naar de grootmoeder van moeders kant genoemd en niet zoals toen gebruikelijk was naar de grootmoeder van vaders kant. Later zal hun eerste zoon ook naar moeders kant worden genoemd.
Naar zeggen gebeurde dit om Sjoerdje’s ouders een gunst te bewijzen wegens een koop onder bepaalde voorwaarden van een skutsje van Sjoerdjes ouders Bauke en Lipkje.
Toen Sjoerdje in verwachting was van haar tweede dochter (Jiskje) verhuisden Klaas en Sjoerdje in 1903 weer naar Friesland waar zij voor eigen rekening gingen schipperen op het skutsje “Lastdrager” met als thuishaven Heeg. Omstreeks 1911 verkochten Sjoerdje en Klaas hun schip en namen hun nieuw gebouwde schip “De Onderneming” in gebruik.
Sjoerdje en Klaas kregen negen kinderen: Lipkje in 1901, Jiskje in 1903, Bauke in 1904, Klaaske in 1905, Hijlke in 1907, Gelske in 1910, Sjoerdje in 1911, Pieter in 1914 (volgende in lijn) en Rinske in 1917. Lipkje werd in Apeldoorn geboren, de volgende vijf a/b van de Lastdrager en de jongste drie a/b van de Onderneming (zie notities achterop uittreksel huwelijksakte),
Omstreeks 1920 ging het economisch slecht met de binnenschippers in Friesland en bij slecht weer was moeder Sjoerdje bang en bezorgd om de kinderen. Dit alles hebben Sjoerdje en Klaas doen besluiten om het schippersleven vaarwel te zeggen en vaste voet aan wal te zetten. De Onderneming werd verkocht aan Sjoerdjes broer Hendrik Veenstra voor 4.000 guldens, evenveel als het schip tien jaar eerder had gekost.
Sjoerdje en Klaas gingen daarna, in 1921, weer in Apeldoorn wonen, in hun eigen huis met 5.000 meter tuin aan het Hofveld, na drie jaar woonden ze aan de Staalweg en in 1925 kochten Klaas en Sjoerdje aan de Westenenkerweg een perceel heidegrond waar een woning op gebouwd mocht worden Later gingen hun zonen Bauke en Pieter ook aan de Westenenkerweg wonen en begonnen daar een brandstoffenhandel waar vader Klaas Wiersma op een gegeven moment ook bij betrokken werd.
Later trok Klaas zich terug uit de zaak onder de condities dat hij en zijn vrouw Sjoerdje in hun huis naast de zaak kon blijven wonen en daar een rustige oude dag konden beleven.
Sjoerdje Wiersma-Veenstra overleed op 3 oktober 1944 op 68-jarige leeftijd en Klaas bleef samen met dochter Gelske, die het huishouden deed, aan de Westenenkerweg wonen. Klaas overleed zes jaar na zijn vrouw Sjoerdje in de ouderdom van bijna 75 jaar.